Wat bedreigt de bij?
Landbouwgif
Een belangrijke oorzaak van bijensterfte is het gebruik van landbouwgif. Imidacloprid wordt sinds 2004 in toenemende mate gebruikt door agrariërs. Vanaf dat jaar is de bijensterfte ook dramatisch toegenomen.
Varroa
Wat de oorzaak ook mag zijn van de wintersterfte van bijenvolken, varroabesmetting speelt zeker een belangrijke rol. Varroa verzwakt het bijenvolk, ook al is de besmetting nog niet meteen dodelijk voor het volk.
Na de winterbehandeling, voor elke imker die door wil gaan met imkeren een vanzelfsprekendheid, heeft het bijenvolk een lage varroabesmetting. Alle varroamijten doden met zo’n behandeling is een illusie. De paar resterende mijten vermeerderen zich snel tijdens de broedexplosie in het voorjaar, en nog meer wanneer darrenbroed wordt aangezet. Eind mei, begin juni, gaat de varroamijt over op geslachtelijke voortplanting, met als gevolg dat de mijten die daarna ontstaan meer schade aan het bijenvolk toebrengen. Dat wil je voorkomen, zeker wanneer je in gedachten houdt dat twee maanden later het bijenvolk winterbijen gaat aanzetten, die de toekomst van het bijenvolk in het volgende voorjaar bepalen.
Behandeling
Er is een effectieve behandeling tegen varroamijten mogelijk, die bovendien eenvoudig en goedkoop is namelijk sproeien met 3 % oxaalzuur, opgelost in water, met een bloemenspuit. Dit werkt echter alleen op de mijten die op de bijen zitten, en niet op de (aankomende) mijten in het gesloten broed.
Bij de zwermbehandeling is er een periode zonder gesloten broed: het bijenvolk wordt gesplitst: de oude koningin gaat zonder broed in een apart(e) kast(je), het resterende broed is na 3 weken uitgelopen, hopelijk met een jonge koningin. Die jonge koningin moet nog bevrucht worden en aan de leg komen. Dat is normaal gesproken 4 weken na het verwijderen van de oude koningin het geval. Er zal dan nog geen gesloten broed zijn, alleen eitjes en larven.
De oude koningin, op broedloze ramen met de nodige bijen, heeft ca. 1 week nodig om opnieuw een eenheid te bereiken, met eitjes en larven in het volk.
Deze gegevens leiden tot een goede aanpak voor de zomerbehandeling: a. de oude koningin met bijen wordt een week na de zwermbehandeling behandeld; b. het volk met de jonge koningin wordt 4 weken na de zwermbehandeling behandeld. De tijdstippen luisteren vrij nauw!
Wat houdt de behandeling in?
Een eventuele honingkamer wordt verwijderd en kan een dag later teruggeplaatst worden. Voorkeur heeft honingslingeren voor de behandeling.
Alle ramen worden een voor een uit de kast genomen, en aan beide kanten licht besproeid met 3 % oxaalzuuroplossing in water. Het is handig dit met 2 personen te doen. De bijen moeten een lichte nevel dragen, niet meer. Twee of drie keer knijpen in de sproeiflacon is genoeg voor een kant van een raam. Voor 20 ramen zal ongeveer 50-60 ml oplossing nodig zijn, voor 6 ramen dus aanzienlijk minder.
Na besproeiing de ramen terughangen op de oude plaats, en na behandeling het bijenvolk een paar dagen rust gunnen. Dat is alles! Een veilige (pas op voor het inademen van de nevel!) en effectieve methode om goed voorbereid te zijn op de rest van de zomer en goede winterbijen te telen. Doen dus!